INTEGERE MAN, BIJZONDER BEROEP
Op YouTube stuit ik op een filmpje van 25 minuten, getiteld: Dying Alone, Kodokushi, Japan’s epidemic of isolation through the eyes of a ‘lonely death’ cleaner. Het filmpje geeft een indringend portret van een bewonderenswaardige man.
Masatomi Yokoo is één van de 36,5 miljoen inwoners van ’s werelds grootste stad, Tokyo. Hij is de manager van een schoonmaakbedrijf. Niets bijzonders tot dusver. Totdat ik vertel wie zijn klanten zijn. Alleenstaande ouderen die dood aangetroffen worden in hun appartement of woning. Yokoo wordt benaderd als het lichaam al is verwijderd. Directe familie is er niet of keert de situatie de rug toe. ‘De familie weigert de erfenis,’ is iets wat Yokoo vaak hoort. ‘Dan weet ik al genoeg,’ zegt de man, die met grote sereniteit zijn werk verricht.
Yokoo, een bescheiden man van in de vijftig, stapt de woning van een overledene binnen en treft daar een soort crime scene aan. De bewoner is plotseling gestorven. Dagen tot weken eerder. De tafel is nog gedekt, kledingstukken op de stoel en bedorven voedsel in de koelkast. Bij een eerste bezoek verwijdert Yokoo alles wat onaangenaam ruikt. Al tien jaar komt Yokoo in stille ruimtes waar eenzame mensen hun dagen hebben gesleten. Het zijn geen incidenten. In Japan sterven ieder uur drie mensen alleen. Meestal zijn het buren die alarm slaan nadat een geur hen alert maakt. Er is een Japanse term voor dit stil drama, kodokushi, de eenzame dood.
Masatomi Yokoo doet zijn werk met gemengde gevoelens. ‘Eigenlijk zou je blij moeten zijn, als op je werk de telefoon gaat.’ Meestal overhandigt iemand hem een sleutel met de opdracht: ‘Ga eens kijken.’ De woning is altijd een stilleven van het bestaan van de bewoner. Kleding, boeken, foto’s aan de muur. Alles herinnert aan het leven van de overleden bewoner. Na binnenkomst brengt Yokoo altijd enkele momenten in stilte door, met zijn handen respectvol ineengeslagen, uit respect voor de overledene. Vaak treft hij fotoalbums aan die een beeld geven van de overledene en de tijd waarin hij leefde. Een ontroerde Masatomi vertelt hoe hij soms nabestaanden tracht te bereiken om de foto’s nog een functie te geven. Meestal verdwijnen ze echter in een vuilniszak.
Persoonlijke omstandigheden brachten Yokoo en zijn levenswerk samen. Zijn oma overleed plotseling in een tijd dat zijn moeder ziek was. Hij zag haar na de begrafenis moeizaam oma’s woning leegruimen en realiseerde zich dat dit werk broodnodig en zinvol was. Met zijn kleine bestelwagen haalt hij bij zijn ‘klanten’ de inboedel op en verkoopt die. Niemand claimt het eigendom van de overledene. Yokoo levert de woning kaal en schoon op.
Het stadsdeel Nishinari’s Airin – het werkgebied van Yokoo – wordt voor 50% bevolkt door gepensioneerde mannen. Velen waren hierheen gelokt door werk in de jaren zestig. De meesten waren alleen gekomen, zonder familie. Vanaf de jaren negentig stagneerde de economische situatie en deze mensen bleven hier in een geïsoleerd bestaan achter. Drank en eenzaamheid zijn dan moeilijk buiten de deur te houden. Vervuilde woningen wekken bij Masatomi Yokoo vaak walging op. Hij heeft al meerdere malen overwogen met dit werk te stoppen. Maar zegt hij: ‘Ik vervul een belangrijke rol. Ik ben van mening dat familie zich over de spullen van een overledene zou moeten ontfermen, niet mijn bedrijf. Een begrafenis is een fysiek afscheid en dierbare spullen uitzoeken daarentegen een spiritueel afscheid. Deze handeling zegt zoiets als: ‘Bedankt vader en moeder, dat jullie mij op de wereld hebben gezet.’
Yokoo neemt deze rol over en trekt als laatste de deur van een eenzaam gestorvene met respect dicht.