ENKELE OBSERVATIES OVER JOURNALISTIEK
Je leest in de krant het volgende: Uit onderzoek is gebleken dat 48% van de Nederlandse huisartsen tegen de verkoop van het medicijn X is. Hoezo 48%? Hoe weten ze dat? Er zijn 7116 huisartsen in Nederland (bron: CBS). Hebben ze die allemaal benaderd? Nee, er is een steekproef gehouden. Dus de meest zuivere versie zou zijn: De krant heeft 135 Nederlandse huisartsen over deze kwestie benaderd en hieruit bleek dat 48% …. Acceptabel is ook: 48% van de geënquêteerde huisartsen is tegen medicijn X. Maar nu even met je volle verstand erbij. Denk jij dat ze op een redactie iemand vrijhouden om 135 huisartsen te bellen? Voor zo’n kutartikeltje? Waar baseren ze zich dan op? Google? Of bellen ze er drie? Hoe ze het precies doen weet ik niet. Maar eigenlijk is het van de zotte dat we verwachten dat aan zo’n stukje van 500 woorden meer dan drie manuren worden besteed. In de goede oude tijd werd echter nog geld vrijgemaakt voor onderzoek, op kleine en grote schaal. Maar dat staat nu al enige tijd onder druk.
De krantenwereld behoort tot dat deel van onze maatschappij waarin een deadline nog een deadline is. Als de krant gaat zakken (jargon voor het afleveren van de door de redactie gereedgemaakte pagina's bij de drukkerij), dan moet alles kloppen. Als een artikel te laat wordt aangeleverd, kun je de desbetreffende journalist vervloeken maar daarmee is je ‘gat’ in de pagina nog niet opgevuld. ‘Ik doe het niet graag,’ hoor ik mijn stagementor bij de Amerikaanse krant Westwood Press nog zeggen, ‘maar soms heb je geen andere optie.’ En hij vergroot in de opmaak de foto bij het enige artikel op de pagina om de lege ruimte van het niet aangeleverde stuk te camoufleren. Heel grote foto’s op een pagina? Voilà! Ook advertenties dienen soms een ander doel dan de lezer denkt. De eigenaar van de krant bezit ook een uitgeverij? Dan zijn advertenties uit die bron onopvallende paginavullers bij gebrek aan betaalde reclameboodschappen. Een sluimerende overlevingstactiek die al lang meegaat.
Je zou het boek Gebakken lucht van Nick Davies eens moeten lezen om alle ins en outs op je netvlies te krijgen over het lot van de journalistiek. Een belangrijke conclusie uit dat boek: Veel dagbladen zijn overgegaan in de handen van nieuwe eigenaren die (laat ik het politiek-correct zeggen) een andere cultuur nastreven. Maar even erg als alle onthullingen van Davies in zijn belangwekkend en urgent boek is de terugloop in het aantal lezers. Ieder jaar sterven er oudere (fervente) krantenlezers, maar er komen er aan de onderkant van de leeftijdsgrafiek geen nieuwe bij. De jeugd koopt geen cd’s of dvd’s meer, maar ook geen kranten. Kun je nu op basis van de bevolkingscurve nauwkeurig voorspellen hoeveel kinderen er over tien jaar in klas 1 van de middelbare school zitten, dan kun je ook het verloop voorspellen van het aantal krantenlezers.
Laat ik mild afsluiten over een beroepsgroep die mijn sympathie heeft en die het zwaar te verduren heeft. Journalisten brachten ons de stand van zaken in een wereld die te snel is veranderd. Een cultuuromslag en de voortschrijdende techniek hebben hen ingehaald. ‘Maar we zijn toch een onmisbaar facet in onze maatschappij,’ verzuchten ze. Dat dachten Nederlandse boeren en vrachtwagenchauffeurs ook.