top of page

VOOROUDERS


De man loopt vroeg in de ochtend met een kruiwagen zand de straat op en strooit het daar uit, recht voor z’n deur. Waarom doet hij dat? Het gaat niet om gladheidsbestrijding; het is immers hartje zomer. Nee, het is aan het begin van de twintigste eeuw en de boerenwagens die door de straten van Tilburg gaan, hebben nog geen luchtbanden, maar stalen wielen die veel herrie maken. Zijn vrouw ligt in de slaapkamer aan de straatkant ziek in bed. De man wil voor haar het geratel dat de slecht geïsoleerde huizen binnendringt, wat verminderen.


Ik heb het over Klaas Mutsaers (1864 – 1954), mijn opa. Een mens is pas echt dood als de laatste persoon voor wie hij iets betekende, er niet meer is. De laatstgenoemde kan in z’n overlevering de herinnering aan een dierbare levend houden. Wellicht was mijn moeder zich hier niet van bewust; toch heeft ze het voortreffelijk gedaan. Ik heb haar vader nooit gekend, maar de verhalen van door de jaren heen portretteren een zachtaardig mens van vlees en bloed. Als ik dit nu opschrijf, gaat de herinnering aan Klaas Mutsaers wellicht niet helemaal verloren.


Hij werd geboren als Engelbertus Nicolaas Mutsaers. Samen met z’n vrouw had hij zeven kinderen. Toch zag het er lange tijd naar uit dat de man vrijgezel zou blijven. Samen met een ongetrouwde broer woonde hij tot z’n 48ste in het ouderlijk huis. Ze hadden een werkster, Jana Mutsaers. Op een dag zei Klaas tegen z’n broer: ‘Ik heb Jana ten huwelijk gevraagd.’ Een blik van teleurstelling viel hem te beurt. ‘Dan ben je me net voor, want ik wilde haar ook vragen,’ antwoordde z’n broer. Jana was twintig jaar jonger dan Klaas.


Klaas en Jana woonden in de Hoefstraat in Tilburg, in een tijd dat de geboorte van een totaal andere wereld zich aankondigde. Zo snelden ze tijdens het eten het huis uit om naar een overvliegend vliegtuig te kijken. Klaas was een man met een goedaardige inborst. Neuriënd werkte hij dagelijks z’n drukke agenda af. Zijn dag begon al vroeg met het bakken van brood. De geur van vers brood verspreidde zich in het vroege uur door de buurt. Mijn moeder sprak vaak over hem. De zin die het vaakst uitgesproken werd was: ‘Mijn vader was twintig jaar ouder dan m’n moeder, maar ze hebben altijd een goed huwelijk gehad.’ En ‘Mijn vader was een goed mens.’


In tegenstelling tot z’n vrouw, die erg devoot was, had Klaas niets met de kerk in een tijd dat mensen drie, vier keer per week het Huis van God bezochten. De onenigheid die er soms was in z’n huwelijk, berustte op dit gebrek aan belangstelling bij opa, die dan maar weer een tijdje mee naar de kerk ging, voor de goede vrede.


Klaas werd 89 jaar oud en woonde in de laatste fase van z’n leven bij mijn ouders in huis, die een boerderij hadden in Tilburg-Zuid. Op een avond struikelde hij in het donker over de burry’s van een boerenkar en liep een wond op aan het been. Hij stierf aan de infectie die daaruit resulteerde.


Overlevering van kennis over voorouders brandt tegenwoordig op een laag pitje, heb ik het idee. Het is hetzelfde vlammetje dat het in stand houden van dialecten vergezelt. Het graf van Klaas en z’n vrouw is inmiddels geruimd. Dit zijn waarschijnlijk de laatste 540 woorden die aan hem worden besteed. Dag opa!

Featured Posts
Recent Posts
Archive
Search By Tags
No tags yet.
Follow Us
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page